De Egged Buschauffeur en mijn Zonnebril in Israel – Column #4 voor NIW

Toen mijn echtgenote en ik afgelopen week een bliksembezoek brachten aan Israel voor het huwelijk van een van onze studenten, werd ik positief verrast door het gemoedelijke verloop van onze reis. Op Schiphol warn zowel de Israelische beveiligers als het El Al-personeel beleefd, kregen wij ongevraagd een gratis upgrade naar priority seats en ook in het vliegtuig was het een en al vriendelijkheid.

Bij aankomst op Ben Goerion bleken de veelal brutale douanebeambten voor een groot deel te zijn vervangen door efficiëntere machines, waardoor de wachttijd werd gereduceerd tot enkele minuten. De huurauto bleek gewoon klaar te staan en de rit naar onze verblijfplaats verliep perfect. En toen wii de volgende dag een bezoek brachten aan de Kotel, had de navigatie ons deze keer niet door gevaarlijk gebied (Ramallah) gestuurd, zoals de vorige keer. Nadat ons bezoek aan de Kotel en de wandeling door de Arabische sjoek voorspoedig en zonder kleerscheuren was verlopen, concludeerde ik dat het land – wellicht ten gevolge van de coronaperiode – volwassen was geworden. Het moderne Israël leek een en al rust en beschaving.

Maar toen ging het mis. Toen we de ondergrondse parkeerplaats van winkelcentrum Mamilla uitreden, werd ik verblind door de felle zon. Mijn zonnebril kon ik niet vinden en ik vermoedde dat die waarschijnlijk ergens in de kofferbak was gevallen. Ik ging langzamer rijden met de intentie aan de kant van de weg even te stoppen om mijn zonnebril uit de achterbak te halen. In mijn spiegel ontwaarde ik echter de felle koplampen van een stadsbus. Van voren dus de verblindende, agressieve zon en nu via de achterruit de nog agressievere lichten van de bus.

Ik hoopte dat de chauffeur mij links zou inhalen, want die verkeersregel geldt toch ook in Israel. Maar hij bleef maar achter mij rijden, alsmaar woest knipperend en toeterend. Mijn eerdere positive gedachten ten spijt most ik concluderen dat het met die beschaving zwaar tegenviel en dat het land wellicht nooit zo neties en gemoedelijk zal worden als Nederland.

Bij het stoplicht stond de bus onverwacht toch naast mij. De chauffeur opende ziin raampie en ik bereidde mental alvast mijn repliek voor op de scheldkanonade die hij ongetwijfeld over mii zou uitstorten. “Selicha,” riep de chauffeur, “Jeesj lecha misjkafajim al hagag!” En dat betekent: “Excuseer, er ligt een zonnebril op het dak van je auto.”

Deze column was eerder gepubliceerd in NIW # 16 van 3 februari 2023.

Yanki Jacobs
Yanki is elfde generatie Joodse Nederlander en heeft in de Verenigde Staten en Israël zijn rabbinale opleiding gevolgd. Hij is de jongerenrabbijn die leiding geeft aan Chabad on Campus en de spirituele en sociale motor binnen de organisatie.

Andere blogs

Jonge Joodse gemeenschap viert Poeriem op Amsterdamse Zuidas, ondanks oorlogsbezorgdheden

Afgelopen weekend kwamen zo’n 250 jonge Joodse studenten en young professionals samen op de Amsterdamse Zuidas om Poeriem te vieren, ondanks toenemende zorgen over de oorlogssituatie in het Midden-Oosten en de onzekerheid over gijzelaars.

Spotlight: Elize – #40

Ik ben Elize, geboren in Amersfoort, Woon in Ede en studeer nu in Wageningen en ben behalve student ook betrokken bij de Joodse Jeugdorganisatie Tikwateenoe.

Poeriem: Een Verhaal van Overwinning en Feestelijkheid

Het verhaal van Poeriem begint in de oude tijden van het Perzische rijk en maar één vrouw die een heel volk redde.